Tineke: nou dan ga ik toch mee

Activiteiten

Tineke is zelf ook een vrijwilliger. Ze heeft wel vóór ze bij Welzijn op Recept  begon een training gedaan. Daarin heeft ze geleerd hoe ze mensen het beste kan benaderen.

“Er is in het wijkcentrum en daarbuiten veel te doen: je kunt samen sporten of wandelen, leren schilderen of boetseren, je kunt aanschuiven bij de buurtmaaltijd of alleen een kop koffie komen drinken.” Tineke is overal  goed van op de hoogte. “En de meeste hulp is ook nog eens gratis, voor iedereen.”

 

Geen pilletje

Ze vertelt: “Mensen komen bij voorbeeld bij de huisarts met klachten die niet medisch te verhelpen zijn. Zoals het overlijden van je partner, waarna je de deur niet meer uitkomt. Of je verliest je baan en voelt je waardeloos. Of je blijft ontredderd achter na een echtscheiding. Allemaal veranderingen in iemands leven, waardoor zijn welzijn in gevaar komt. En daar helpt geen pilletje tegen. Een huisarts kan zo iemand dan in contact brengen met Welzijn op Recept. De huisarts (of de maatschappelijk werker, of het wijkteam) wordt op de hoogte gehouden van hoe het verder gaat”.

 

Interesse in mensen

Tineke is enthousiast en ze interesseert zich voor mensen. Ze vraagt ook dóór. “Want iemand kan wel zeggen: ja dat ga ik doen, maar dat betekent niet dat het ook zal gebeuren,” stelt ze. “Soms heeft iemand een extra zetje nodig. Of hij durft niet alléén te gaan. Nou, dan ga ik zo’n  eerste keer zelf mee. Dat is vaak al voldoende. Of alleen maar een kijkje nemen, dat kan ook.  Het gaat erom dat er een begin wordt gemaakt”.

 

Uit de praktijk

Tineke geeft een voorbeeld: “Een meneer van 75 jaar, hij houdt van fietsen, zo vertelt hij. Vroeger, vóór zijn verhuizing kon je hem elke dag wel op de fiets vinden. Maar zijn kinderen zeiden: ‘Ach pa, kom toch eens wat dichter bij ons wonen. Dan kunnen we veel vaker langskomen’. Hij vond dat een goed idee en verhuisde naar een andere wijk. Hij dacht dat zijn kinderen nu  wel elke dag even zouden aanwippen. Dat viel tegen, zoveel vaker kwamen ze  niet. Bovendien woonde hij nu in een andere  buurt, waar hij helemaal niemand kende. En de fiets stond ook nog eens onhandig achter in een volgepakt  schuurtje. Geen zin om hem eruit te halen. Voor deze meneer heb ik een ‘maatje’ gevonden. Iemand die ietsje jonger is, maar die nog volop in het leven staat. Die toverde gelijk de fiets tevoorschijn. Nu maken ze samen tochtjes en zo leert meneer meteen zijn nieuwe wijk kennen”.

 

Tineke vindt:  “Er is in ons land veel medische hulp, maar voor mensen die wat kwetsbaarder zijn is er nog onvoldoende hulp gericht op kwaliteit van leven. Het gewone menselijke contact lijkt wel uit te sterven. Gelukkig kunnen we via Welzijn op Recept  veel mensen helpen. En zelf haal ik ook veel voldoening uit dit werk”.